Bij toeval ontdekte ik laatst een wonderlijke Japanse kunstvorm, hikaru dorodango. Ik had al eens gehoord van kintsugi. Dat is de Japanse kunst om scherven van aardewerk met goud te lijmen. De kunst is dan om de barsten niet te verbergen maar juist om de littekens te laten zien. Een dorodango is een glimmende kogel gemaakt van modder. Door urenlang geduldig te kneden, te wrijven en te polijsten verandert het nederigste materiaal wat je maar kunt bedenken – modder – in een perfect gevormd kleinood.
'Verlieskunst'
Onwillekeurig deed de kunst van dorodango en kintsugi mij denken aan de centrale stelling in het boek ‘Verlieskunst’ van Mai-Britt Guldin en Carlo Leget dat ik onlangs las. Zij schrijven, op basis van ervaringen in de psychotherapie en de palliatieve zorg, dat precies dezelfde krachten die ons lijden en pijn bezorgen ook de krachten kunnen zijn die verandering in gang zetten. ‘Kunnen zijn’ en niet ‘moeten zijn’, of ‘zullen zijn’ want hoe verlies en rouw ons vormen laat zich niet voorschrijven of afdwingen.
YouTube
Ik heb op het internet geboeid gekeken naar YouTube-filmpjes van mensen die bezig zijn met het maken van zo’n modderbal. De tijd die het kost, de hobbels die genomen moeten worden, het geduld en de aandacht die erbij komen kijken, deden me heel sterk denken aan het proces dat je doormaakt wanneer je opkrabbelt na een verlies van een dierbare, na een moeilijke periode in je privé leven of je werk. En hoe je je kunt verbazen wanneer onverwacht modder blijkt te kunnen glimmen.
Reactie plaatsen
Reacties