‘Bent u mijnheer Deen van de Pabo van vroeger?’, vroeg een vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. ‘Ja dat klopt, wie ben jij?’ Zij stelde zich voor en legde uit waarvoor zij belde. Tien jaar eerder kwam haar docente gezondheidskunde om het leven door zelfdoding. Die docente was mijn collega en goede vriendin Alice. De oud studente vertelde hoe ingrijpend dat voor haar was geweest. Ze ging zelf in dat jaar door een moeilijke fase en Alice was voor haar een grote steun. Haar zelfdoding kwam als een donderslag bij heldere hemel. Nu ze wat langer aan de lijn was, kon ik me de studente beter herinneren. Bij de herdenkingsbijeenkomst zong ze een lied en begeleidde zichzelf daarbij op gitaar. Heel kwetsbaar, heel mooi. ‘Ik vroeg me af of u misschien nog een foto van haar heeft uit die tijd. Ik moet nog vaak aan haar denken. Ze heeft heel veel voor mij betekent. Ik vind het zo erg dat ik nu haar gezicht niet meer voor me kan halen. Ik voel met daar schuldig over.’ Ik beloofde mijn best voor haar te doen. Alice was gestorven kort voor de tijd van digitale fotografie en mobieltjes, dus ik moest op zoek naar een fotoafdruk. Foto’s van haar waren zeldzaam want zij stond zelf vooral achter de camera en zorgde ervoor dat ze buiten beeld bleef. Toch vond ik een mooie foto. Ik stuurde hem op bij een kaart met een persoonlijke boodschap. Dat telefoongesprek in 2005 met de oud studente, inmiddels onderwijzeres, is mij al die jaren bijgebleven. Ik besefte toen opnieuw op indringende manier de enorme impact van zelfdoding. Voor familie en vrienden in de eerste plaats maar ook voor een veel bredere kring van betrokkenen, waaronder bijvoorbeeld deze studente.