Tijdens een wandeling in het duingebied dicht bij mijn huis stuitte ik dit voorjaar op twee grafjes uit 1908 en 1910. Volgens de opschriften liggen hier Fifine en Arthur. Het waren de jachthonden van de toenmalige eigenaar van het duingebied dat hij gebruikte als zijn privé jachtterrein. De honden waren de grootgrondbezitter en zijn vrouw, die kinderloos bleven, heel dierbaar. Een metalen plaatje met het opschrift ‘Vivit’ (‘Hij leeft’) duidt op hun mogelijk sterke geloof dat ook de viervoeters een plaats in het hiernamaals hebben. Rouw om een huisdier roept bij mensen die zelf geen huisdieren houden soms verbaasde reacties op. Toch kan die rouw heel heftig zijn, heb ik ervaren, en komen denigrerende of vergoelijkende uitspraken van de omgeving soms hard aan. ‘Het is maar dier’ of ‘Dan koop je toch een andere hond’, klink het dan. Toen een mevrouw die ik interviewde voor mijn boek over eten en rouw, na de dood van haar man ook hun hond verloor wierp dat haar terug in de diepe rouw die zij voelde kort na het overlijden van haar man. Een mijnheer die ik als vrijwilliger Steun bij Rouw leerde kennen, bleef na de dood van zijn vrouw alleen achter met de twee hondjes. Een van de hondjes is oud en ziek en de angst slaat hem om het hart als hij denkt aan het onvermijdelijke aanstaande verlies van het beestje. Ik kom zelf niet uit een gezin waar huisdieren belangrijk waren en toen wij elkaar pas kende, kon ook ik maar moeilijk begrip opbrengen voor het verdriet dat mijn partner nog steeds had over de dood van het hondje uit haar kindertijd. Tot ik van haar begreep hoe belangrijk een dier kan zijn voor een kind dat zich thuis eenzaam en afgewezen voelt en in zo’n dier de onvoorwaardelijk liefde vindt die het ontbeert. Die les die mijn partner mij al vroeg leerde heb ik altijd onthouden en ik nog steeds waak er daarom voor om de rouw om een huisdier te bagatelliseren.
Rouw om een huisdier
« Zelfzorg in tijden van verdriet Troosten zonder troost »
Reactie plaatsen
Reacties